Bij het TIG-lassen wordt het te lassen materiaal verhit door de warmte van een elektrische boog, die tussen een niet-afsmeltende wolframelektrode en het werkstuk staat. Zowel de wolframelektrode als het smeltbad worden door een inert gas beschermd tegen de negatieve invloed van de omringende lucht.
De aard van het te lassen materiaal bepaalt of er met gelijkstroom (minpool aan de elektrode) of met wisselstroom wordt gelast. Doordat de hoeveelheid toevoegmateriaal losstaat van de lasstroom, is het smeltbad zeer goed beheersbaar en is het proces in alle posities toe te passen.
Beschermgassen spelen een belangrijke rol bij het beschermen van het lasproces als ook de gerichte warmteoverdracht, zodat bijvoorbeeld Argon en Argonmengsels hier worden toegepast.